Onrechtmatige hinder: lichtontneming in uw woning door hoge boom

Voor veel mensen zijn bomen een groot goed en daar is op zich niets mis mee want bomen hebben in de natuur een nuttige functie. Alleen moet een boom ook onderhouden worden en daar schort het nog wel eens aan.

We zeggen wel eens. Dat is een welig groeiende boom en voor de natuurliefhebbers zal het dan waarschijnlijk ook duidelijk zijn “welig” staat voor een snelgroeiende boom. Welig is namelijk afgeleid van het woord wilg of wel wilgenboom.

Toch is een snelgroeiende boom niet een pretje voor iedereen. Denk aan een enorm hoog groeiende boom midden in een woonwijk. Niet alleen de angst dat deze bij een storm zou kunnen omvallen op uw woonhuis, maar ook bijvoorbeeld de eikels van een eikenboom die bij een windvlaag op u worden afgevuurd. En uw terras waar u niet meer kunt zonnen omdat uw terras is overschaduwd door een joekel van een boom.

Is dit onrechtmatige hinder zoals in het burgerlijk wetboek is geregeld in artikel 37 van het vijfde boek?

Daar staat namelijk

De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.

 

Dan is er toch sprake van hinder!

 

Op basis van dit artikel denkt u misschien. “onrechtmatige hinder door het onthouden van lucht of lucht”. Dan is er toch sprake van hinder!

 

Dat is niet zomaar het geval. Uitspraken van rechters hebben invulling geven aan dit artikel. Toch is in een recente uitspraak bekend onder ECLI:NL:RBMNE:2019:5852 onrechtmatige hinder door de rechter erkend. De buren moesten hierdoor hun boom snoeien.

 

Wat was er precies aan de hand?

Wat was er precies aan de hand?

Achtergrond

2.1.

Het gaat in deze zaak om een in de tuin van [gedaagde] staande boom (zwarte Els), die overlast geeft aan [eiser sub 1] c.s. De (achter)tuinen van partijen liggen tegenover elkaar en zijn gescheiden door een vaart.

2.2.

Volgens [eiser sub 1] c.s. gaat het om een zeer grote boom, die door [gedaagde] gedurende een lange periode niet (voldoende) is gesnoeid en daardoor hinder toebrengt aan hem en zijn percelen. [eiser sub 1] c.s. stelt dat hij al een aantal jaren [gedaagde] probeert te bewegen de boom te snoeien, dit echter zonder resultaat.

2.3.

[eiser sub 1] c.s. stelt dat de overlast van de boom bestaat uit het onevenredig veel wegnemen van licht en lucht, waardoor hij veel last heeft van schaduw op zijn percelen. Ook is er overlast door bladval en zaden van de boom. [eiser sub 1] c.s. vreest daarnaast dat de boom bij hevige wind zal omvallen, omdat de boom topzwaar is. Volgens [eiser sub 1] c.s. is er sprake van asymmetrische wortels omdat deze niet kunnen doorgroeien in de vaart, die tussen de percelen van [eiser sub 1] c.s. en [gedaagde] ligt. De boom staat daardoor minder stevig. Een probleem dat alleen maar groter wordt wanneer de boom blijft doorgroeien.

2.4.

[eiser sub 1] c.s. stelt ook schade te lijden door de verminderde productiviteit van zijn zonnepanelen door schaduwwerking van de boom.

Invulling aan wat onrechtmatige hinder is.

In 1991 heeft de Hoge Raad op 3 mei 1991, NJ 1991, 476 invulling gegeven aan het woord onrechtmatige hinder. Of er sprake is van onrechtmatige hinder hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden.

Wat daarnaast ook van belang is of degene die zich over de hinder beklaagt, zich ter plaatse heeft gevestigd vóór dan wel ná het tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen.  Hieraan heeft de Hoge Raad invulling gegeven in een uitspraak op 18 september 1998, NJ 1999, 69. Met andere woorden. Woonde u al op de plaats voor of nadat de boom is geplaatst?

In het recente arrest uit 2019 was er sprake van onrechtmatige hinder omdat uit een technische schaduwanalyse was gebleken dat de boom op meerdere tijdstippen van de dag schaduw veroorzaakte en voor een behoorlijke belemmering zorgde met betrekking tot de ontneming van het licht. De boom stond toen weliswaar op de plek toen de eiser zich in de straat vestigde, maar de boom had toen nog niet de omvang als dat de boom nu heeft. Daarnaast pleegde de buurman in het geheel geen onderhoud aan de boom. In zijn algemeenheid, zegt de rechter, mag je van een goede buur verwachten dat er onderhoud wordt gepleegd aan bomen die overlast kunnen geven op buurpercelen.

Conclusie

Of u snoei van de boom mag verwachten zal in beginsel afhangen van verschillende omstandigheden. Wel geeft deze uitspraak mooie handvaten mee om te bepalen of er sprake is van onrechtmatige hinder van bomen van de buren op uw erf.

 

Auteur mr. W.O. Dijkstra

Directeur / Senior Jurist

Groene Hart Juristen

http://www.groenehartjuristen.nl

Datum publicatie 13 november 2020